vrijdag 20 november 2009

Asbestwetgeving in Nederland

De kern van de Nederlandse asbestregelgeving is het verbod op het bewerken, verwerken of in voorraad houden van asbest of asbesthoudende producten.

In arbeidssituaties geldt het Arbobesluit, ook wanneer niet direct met asbest gewerkt wordt, bijvoorbeeld wanneer blootstelling plaatsvindt doordat men werkt in een bedrijfsruimte of gebouw waar asbest is aangebracht als brandwerend middel.

Komt een werknemer in een arbeidssituatie in aanraking met asbest en wordt hij daardoor ziek, dan kan hij de geleden schade vorderen van zijn (oud-)werkgever. Dit is op grond van het algemene (in het Burgerlijk Wetboek neergelegde) beginsel dat de werkgever schade die een werknemer lijdt in de uitoefening van zijn beroep, dient te vergoeden.

Verjaring van een asbestclaim

Art. 3:310 lid 1 BW bepaalt - onder meer - dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Degene die zich op de verjaringstermijn beroept (de aansprakelijk gestelde), stelt en bewijst zo nodig dat de benadeelde daadwerkelijk bekend was met de schade en met de daarvoor aansprakelijke persoon. Dat neemt niet weg dat de rechter, indien de benadeelde de bekendheid betwist, die bekendheid zal kunnen afleiden uit bepaalde ten processe gebleken feiten en omstandigheden (HR 6 april 2001, nr. C99/158HR, NJ 2002, 383).

Dit houdt in grote lijnen in dat de (oud-)werknemer de schade kan vorderen bij zijn (oud-)werkgever tot vijf jaar nadat hij ziek is geworden. In het BW wordt echter ook een algemene verjaringstermijn neergelegd: 30 jaar nadat de omstandigheden die tot de schade hebben geleid (in casu de blootstelling aan asbest), verjaart de vordering.

Mesothelioom openbaart zich pas na gemiddeld 30 jaar. Aangezien een verjaringstermijn van 30 jaar geldt, kan het voorkomen dat de verjaringstermijn verstreken is voordat de ziekte zich heeft geopenbaard. Bij openbaring van de ziekte na 30 jaar is toepassing van de verjaringstermijn op grond van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (Hof 's-Gravenhage 24 juli 2002, Prg. 2002, nr. 5967). Dit houdt in dat - afhankelijk van de omstandigheden van het geval - de claim na 30 jaar nog niet altijd verjaard is.

Het is aan de werkgever om aan te tonen dat de ziekte niet het gevolg is van blootstelling op het werk én dat hij zijn zorgplicht goed heeft vervuld.

(Oud-)werknemers die een claim willen indienen tegen hun (oud-)werkgever, kunnen hierbij de hulp inschakelen van het Instituut voor Asbestslachtoffers.
[bewerken] Asbest in het milieu

Het bovenstaande betreft ziekten van werknemers die aan asbest zijn blootgesteld. In Nederland zijn ook mensen in het milieu aan asbest blootgesteld, bijvoorbeeld doordat asbesthoudend afval als wegverharding is gebruikt. In bepaalde gebieden komt hierdoor de specifieke kanker mesothelioom meer voor, onder andere rond Goor, in de omgeving van de asbestfabriek Eternit en Harderwijk rond de asbestfabriek van Asbestona. Op 20 december 2005 maakte staatssecretaris Pieter van Geel bekend dat er een landelijk fonds zal worden ingesteld om deze slachtoffers een schadevergoeding te geven. Per december 2007 is deze regeling van kracht geworden en ontvangt elke patiënt met mesothelioom een vergoeding van € 17000 van de overheid. De Eternit-fabriek heeft, zonder schuld te bekennen voor de asbestvervuiling, aangegeven een uitkering te willen verstrekken. De Eternit-fabriek verstrekte gratis asbestafval voor de verharding van paden en erven.

In mei 2006 is door het Ministerie van VROM in samenwerking met SenterNovem het Landelijk Meldpunt Asbest opgericht waar burgers via een gratis telefoonnummer of een website melding kunnen maken van het ongecontroleerd voorkomen van asbest in het leefmilieu. Inmiddels hebben ruim 2.000 mensen via het meldpunt een asbestsituatie aangemeld. Deze meldingen zijn door SenterNovem doorgestuurd naar de juiste overheidsinstantie, die de melding verder afhandelt.

Asbest verwijderen

Voordat asbest verwijderd wordt, moet een asbestinventarisatie gemaakt worden. Of asbest moet worden verwijderd is afhankelijk van de wijze waarop het asbest gebonden is in het materiaal. Hechtgebonden asbest kan meestal beter blijven zitten. Dit materiaal levert geen gevaar op als het in goede staat verkeert en niet wordt bewerkt. Of er in het geval van losgebonden asbest (of: niet-hechtgebonden asbest) maatregelen nodig zijn, hangt af van het feit of het materiaal al dan niet is afgeschermd. Verder speelt de afweging een rol of het asbest zich op een plaats bevindt waar regelmatig mensen komen.

In Nederland staat het de eigenaar van een gebouw vrij te beslissen over wel of niet verwijderen van asbesthoudend materiaal. Indien tot verwijdering van asbest wordt besloten, moet men zich houden aan de regels die door het Asbest-verwijderingsbesluit en de gemeentelijke bouwverordening zijn gesteld. In de meeste gevallen is voor het verwijderen van asbest toestemming van de gemeente nodig. Er gelden strenge voorschriften voor het verwijderen van asbest. Het niet volgens de voorschriften verwijderen van asbest is vaak een stuk gevaarlijker dan het laten zitten van dit materiaal. Op het niet volgens de voorschriften verwijderen zoals hierboven genoemd staan dan ook hoge boetes.

In Nederland dient alle asbestafval gestort te worden. Asbest valt onder de "gevaarlijke afvalstoffen" en mag alleen gestort worden op een gespecialiseerde stortplaats. Er bestaan in Nederland vier stortplaatsen die gevaarlijk afval accepteren.

Effecten van asbest op de gezondheid

Zolang asbest in gebonden toestand verkeert, is er geen gevaar voor de gezondheid. Als losse asbestvezels worden ingeademd lopen zij vast in de kleine luchtwegen en longblaasjes. Daar worden de kleine vezels opgenomen door macrofagen (opruimcellen). Vezels die hiervoor te groot zijn, kunnen gaan migreren (wandelen) in de weefsels. Ook kunnen zij zich via de lymfebanen verspreiden en zo terecht komen op plaatsen ver verwijderd van de kleine luchtwegen. Opgehoeste losse vezels en macrofagen kunnen worden ingeslikt en verlaten het lichaam via het darmstelsel.

Als gevolg van blootstelling aan asbest, kunnen verschillende asbestziekten ontstaan:

* asbestose
* asbestpleuritis
* longkanker
* mesothelioom (zowel aan longvlies, buikvlies als hartzakje)
* pleura verdikking

De meeste ziekten openbaren zich pas tientallen jaren nadat de blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden en zijn niet of nauwelijks te genezen. In Nederland sterven jaarlijks naar schatting zo'n 700 mensen aan asbestziekten.

De kans op het krijgen van asbestziekten is afhankelijk van de totale hoeveelheid ingeademde asbestvezels. De zogeheten cumulatieve blootstelling, met als eenheid vezeljaar, is het product van de blootstellingsconcentratie (uitgedrukt in vezels per kubieke centimeter) en de blootstellingsduur (in arbeidsjaar). Eén vezeljaar is dus 1 vezel per ml x 1 arbeidsjaar. Eén arbeidsjaar bestaat uit 240 werkdagen van 8 uur. Naarmate het aantal vezeljaren toeneemt, neemt ook de kans op asbestziekten toe.

Voor het blootstellingsniveau van asbest, waaronder er geen verhoogd risico op kanker of mesothelioom zou voorkomen, is er geen veilige grens. Eén ingeademde vezel kán dus al gezondheidsschade veroorzaken, zij het dat dit een te verwaarlozen risico is. Voor het krijgen van asbestose moet er minimaal 5 vezeljaar blootstelling aan asbest zijn geweest. Het relatieve risico op longkanker na blootstelling aan asbest is 3,5.

Aanvankelijk werd gedacht dat het vooral de chemische samenstelling van asbest was die verantwoordelijk is voor de kankervorming. Dit leidde tot de veronderstelling dat blauwe asbest de boosdoener was en dat witte en bruine asbest door hun andere chemische samenstelling minder gevaarlijk zouden zijn. Deze opvatting is terug te vinden in de wetgevingen op dit gebied in een aantal landen: gebruik van blauw asbest is verboden, gebruik van de andere soorten aan strenge regels gebonden. Tegenwoordig gaat men er vanuit dat de 'vezelgeometrie' (lengte-diameterverhouding) van de asbestvezels bepalend is voor het kankerverwekkend vermogen. Asbest is dan ook niet kankerverwekkend in de biochemische zin; kankerbevorderend is een betere omschrijving.

In de jaren '60 van de 20e eeuw deed de Nederlandse bedrijfsarts J. Stumphius onderzoek naar de effecten van het gebruik van asbest als isolatiemateriaal bij scheepswerf De Schelde. Hij toonde aan dat werken met asbest kan leiden tot mesothelioom, een zeldzame, maar dodelijke vorm van kanker van het long- of buikvlies. Hij promoveerde in 1969 op dit onderzoek, dat werd gepubliceerd onder de titel Asbest in een bedrijfsbevolking. In dit boek waarschuwde hij voor de enorme gevaren en riep hij de Nederlandse overheid op maatregelen te nemen. Pas bijna 25 jaar later, in 1993 werd asbest verboden in Nederland. Sindsdien worden geen nieuwe producten gemaakt met asbest. Er is echter nog veel asbest in Nederlandse gebouwen aanwezig: naar schatting enkele miljoenen kilo's. Bij beschadiging van een gebouw (bij verbouwing, sloop of brand bijvoorbeeld) vormt dit asbest een groot gezondheidsrisico voor iedereen die zich in en rond het gebouw bevindt.

Aanwezigheid van asbest

Asbest wordt al sinds de oudheid gebruikt: in het Rome van de oudheid gebruikten de Vestaalse maagden het voor hun lampenpitten. Karel de Grote had een tafelkleed van asbest dat hij tot verbijstering van zijn gasten in het vuur wierp na de maaltijd.

Asbest is tot in de jaren '80 van de 20e eeuw veel gebruikt in gebouwen en woningen, vanwege de bepaalde eigenschappen: het is sterk, slijtvast, isolerend en bovendien goedkoop. Het werd bijvoorbeeld gebruikt in:

* asbestcement: onder meer gebruikt in golfplaten, rioolbuizen, schoorsteenpijpen, dakleien, als warmhoudplaatjes enzovoorts. In deze toepassing zijn de vezels stevig gebonden en komen ze niet vrij zolang het materiaal in goede staat en onbeschadigd is. Het bewerken ervan wordt afgeraden;
* remblokjes: in oude auto's, vrachtwagens en liften kan nog asbest worden gevonden, hoewel dit tegenwoordig vervangen wordt door Aramide zoals Twaron vezels;
* asbestkoord: als dichting voor kacheldeuren en stookketels;
* asbestisolatie: werd toegepast als brandwerende laag in onder meer vele gebouwen en schepen. Bij het verwijderen van de laag komen veel vezels vrij;
* vloerbedekking: onder vinylvloeren werd vroeger soms een asbestviltlaag aangebracht.

Asbestvezels komen overal voor. In Nederland bevindt zich in agrarische gebieden in elke liter buitenlucht ongeveer 1 vezel, in grote steden 5 tot 10 en bij verkeerstunnels 40 tot 80. In gebouwen worden asbestconcentraties gemeten van 0 tot 50 vezels per liter lucht. De belangrijkste vezelbronnen zijn autoverkeer en sloopwerkzaamheden.

Asbest

Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen (silicaten), die zijn opgebouwd uit fijne, microscopisch kleine vezels. Asbest is een natuurlijk product. Het is een delfstof die wordt gewonnen in onder andere Zuid-Amerika, Rusland en Canada. Er is een aantal verschillende asbestmineralen. Asbestvezels zijn onder te verdelen in twee hoofdgroepen:

* de spiraalvormige of serpentijnachtige, waaronder chrysotiel (ofwel witte asbest)
* de rechte of amfiboolachtige, waaronder crocidoliet (blauwe asbest), amosiet (bruine asbest), anthophylliet (geel), tremoliet (grijs) en actinoliet (groen).

Alleen aan de kleur van het ruwe asbest kan men zien tot welke soort het asbest behoort. Wanneer het materiaal verwerkt is, kan dat niet meer. Alleen laboratoriumanalyse kan dan nog uitsluitsel geven.

Asbestvezels kunnen zo fijn zijn dat zij niet met het blote oog waar te nemen zijn.